a
Home 5 Stadsgesprekken 5 Unusual suspects

STADSGESPREK (Un)USUAL SUSPECTS

Sprekers:

  • Christine Bleijenberg, onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht en gespecialiseerd in burgerparticipatie. Ze vertelt onder meer hoe zogenaamde betrokkenheidsprofielen participatie kunnen vergroten. 
  • Pascale Georgopoulou, werkzaam bij VNG en ervaren bij verschillende gemeentes. 
  • Redouane Amine, o.a. coördinator community engagement bij Framer Framed en voormalig usual suspect in Amsterdam Oost.
  • Jeanette de Waard van Diaconie Noord met twee actieve buurtbewoners.

De opname is terug te zien via: www.kennisnetwerk-amsterdam.nl/livestream

Eerste spreker

Christine Bleijenberg, komt uit de praktijk, nu doet ze onderzoek naar onderwerpen waar ze vanuit de praktijk meer over wilde weten. Haar presentatie bestaat uit drie onderdelen:

  1. Waarom praten mensen wel of niet mee?
  2. Waardoor raken mensen betrokken?
  3. Wat vinden de mensen die meepraten zelf belangrijk?

Waarom praten mensen wel of niet mee?

Bij de inrichting van participatie, haal je sommige mensen naar binnen en sommige houd je buiten. Dat ligt aan de vraagstelling, de tijden, het zaaltje of het online is, of het veel vraagt of weinig. Heel veel daarvan gebeurt onbewust, maar het kan ook bewust zijn.

Je kunt ook mensen steekproefsgewijs uitnodigen om mee te praten over onderwerpen. Sommige mensen die een uitnodiging krijgen komen wel en andere niet. Dus ook als je iedereen een eerlijke kans geeft, komen sommigen niet. Er is altijd zelfselectie, want er zijn legio redenen waarom mensen niet mee willen doen (bv er geen verstand van hebben). 

Het idee dat je een afspiegeling van een buurt gaat krijgen, is een illusie. Gemeenteraden zeggen vaak dat ze er niks mee kunnen als er geen representatie is. Ze denken dan dat ze een probleem met de legitimiteit hebben. Maar als je uitgaat van het goede gesprek dan heb je vooral een diversgezelschap nodig. Bijvoorbeeld, als je weet dat er voor- en tegenstanders zijn, moet je zorgen dan mensen uit beide groepen meepraten. Voor participatie gelden andere regels dan voor de representatieve democratie. 

Belangrijk is dus hoe je begint met participatie. Maar ook belangrijk is wat er gebeurt als je eenmaal met elkaar praat. Vaak zoeken mensen snel naar consensus. Mensen die heel kritisch zijn vallen daardoor buiten de boot. Die komen de eerste keer wel maar laten het er daarna bij zitten. Advies: probeer het niet te snel met elkaar eens te worden. Je raakt namelijk waardevolle input kwijt en ook de mensen die de input leveren.

Waardoor raken mensen betrokken?

Mensen die niet mee willen praten vallen in drie categorieën. De eerste zegt: daar hebben we de overheid voor, daar heb ik voor gestemd. De tweede zegt: het is nooit op m’n pad gekomen. Als je mensen huis-aan-huis uitnodigt, bereik je vaak deze mensen. De derde groep is kritisch, heeft soms negatieve ervaringen en weinig vertrouwen in de overheid. 

Ze heeft onderzoek gedaan naar betrokkenheidsprofielen. Waar die handig voor zijn: als je beleid maakt en je hebt niet zo’n goed idee wat er in de buurt gebeurt, helpt het om je meer bewust te zijn van alle verschillen. Het geeft een beeld van het type mens dat in bepaalde straat of buurt woont, hoe mensen in het leven staan. Als je dat weet kun je daarin communicatie beter op aansluiten. Ze komen tot stand door combinaties van grote databestanden. Maar, heel precies is het niet. 

Dingen die met onderwerp of situatie te maken hebben, zijn belangrijker. Je betrekt mensen makkelijk bij iets wat concreet is, dan bij dingen die ver weg, abstract of ver in de tijd zijn. Ook: meedoen is makkelijker dan meepraten.

De grootste belemmering echter is het onbekende: participeren is een beetje als naar een feestje gaan waar je niemand kent. Het helpt als je persoonlijk gevraagd wordt. 

Wat vinden mensen die meepraten zelf belangrijk? 

Vaak wordt gedacht dat mensen gelijk willen krijgen, dat ze willen winnen. In de meeste gevallen is dat niet zo. Hoe het proces verloopt, is het belangrijkst. Dat het prettig is, dat er naar je geluisterd wordt, dat je achteraf terug hoort met wat er is gebeurd met wat je hebt gezegd. Dus niet zeggen: we nemen het mee.

Beste manier om unusual suspects binnen te halen is proberen ze persoonlijk via via te bereiken en ervoor zorgen dat ze een goede ervaring hebben, ook al hebben ze iets te zeggen wat afwijkt. Dan is de kans dat mensen terug blijven komen groot. 

Een vraag uit de chat: Wat doe je met de bewoner die overal bij is?

Christine geeft aan dat wat diegene zegt super waardevol is. Je moet dus luisteren en serieus nemen. Dat kan natuurlijk ook betekenen dat je een grens trekt en zegt: okee je hebt je punt gemaakt. Dat is respectvol, ook naar anderen in de zaal. Belangrijk is dat wat zo iemand zegt, precies hetzelfde als wat sommige anderen in de buurt vinden.

 

Tweede spreker

Pascale Georgopoulou, werkzaam bij de VNG en houdt zich bezig met invoering van de omgevingswet.

Het idee van de Omgevingswet is om 26 wetten die met leefomgeving te maken hebben, te bundelen. Participatie is een belangrijke pijler onder deze wet. In Omgevingswet staat: leefomgeving is niet van de overheid maar van ons allemaal. Er moet ruimte zijn voor initiatieven maar ook grenzen om ons aan te houden. Je wilt ruimte en behoud, dat is kern van de omgevingswet. 

Voor participatie gebruikt ze een metafoor van een lege stoel. In Griekenland is ze gewend altijd een extra bord aan tafel te dekken want misschien komt er iemand langs. Een lege stoel betekent voor haar gastvrijheid, en je kan wel bedenken wat iemand die er niet is ervan zal vinden. Met elkaar bedenken: welke inzichten, invalshoeken missen we. Natuurlijk moet je oppassen dat je invult. 

Vraag uit publiek, hoe meer overheid gaat sturen in participatie, hoe slechter het resultaat en hoe meer mensen afhaken in het proces. Zit er sturen door de overheid in de omgevingswetlogica?

P: inderdaad je moet niet alles willen reguleren. Dilemma, beide zijn ingewikkeld. Aan de ene kant kijken inwoners ook naar de overheid om als scheidsrechten op te treden. Andere kant, overheid wil ook dat mensen er zelf uitkomen en dan horen wat zij hebben bedacht. Heeft niet te maken met schaal maar met belangen, onderwerpen gevoeligheid daarvan. 

Derde spreker

Redouane Amine, werkzaam bij kunstinstelling in Oost, zijn opdracht is om de wijk waarin hij al 10 jaar actief is te verbinden met framer framed. Uitzoeken hoe Framer Framed zich tot de wijk moeten verhouden omdat zij nieuw in de wijk zijn. 

Wat wel werkt

Je gelijkwaardig opstellen aan bewoners met wie je samenwerkt is stap 1. Met ze praten en vragen wat mensen nodig hebben voordat je gaat kijken hoe je dat gaat organiseren. Je moet een band opbouwen met mensen zodat er vertrouwen ontstaat. Dat is de absolute basis waarop je verder kunt bouwen.

De kunstwereld is kort door de bocht altijd een witte wereld geweest. Mensen van kleur hebben er weinig uiting gehad. Het voelt vertrouwd voor mensen als ze zich erin kunnen herkennen. Dat gebeurt als je het kleurenpalet uitbreidt. 

Moderator: Hoe kun je drempel verkleinen? Zijn het activiteiten die je ontplooit?

“We hebben het altijd over ‘deliverables’, iets wat leverbaar en meetbaar is, in plaats van over het proces. In het proces kun je de tijd nemen, de samenleving kent de termijn van vier jaar niet. Een vermenselijking van processen is nodig.

Het systeem is abstract. Dat kan soms beperkend zijn voor mensen die dingen willen uitvoeren. Soms slaan die beperkingen nergens op. Dan moet je als apparaat kijken naar hoe je dat soort dingen beter kunt laten werken. Het ambtelijk apparaat vergeet soms dat zij werken voor de mensen en niet dat de mensen werken voor hen.”

Moderator vraagt Redouane: hoe hebben ze jou gevonden? 

“Een avond in de meevaart in Indische buurt, ik liep naar binnen als iemand die wilde weten wat er in de Indische buurt gebeurde, mensen zien dat en waren benieuwd naar wie ik was. ‘Gastvrijheid’ is tricky woord. Want het insinueert dat je te gat bent en dat je vrijheid zou moeten krijgen van een ander. Ik was net zo volwaardig eigenaar als iedereen die daar was. Ze versterkten mijn gevoel van eigenaarschap, door ze suggereren: jij mag je bevinden in deze ruimtes. Het gevoel dat ik net zo veel te zeggen heb als een ambtenaar of directeur van een kunstinstelling. Op die avond ontdekte ik dat gevoel. Daarna ging het als een trein.” 

Vierde spreker

Jeanette de Waard van Diaconie Noord, aantal kerken in Noord hebben zich verenigd om mensen te ondersteunen. Samen met twee actieve buurtbewoners.

Jeanette: “Corona bracht iets aan het licht. Kantines en restaurants boden veel voedsel aan. Ik belde Risma en vroeg haar: wil jij dit eten doorgeven aan de mensen in jouw buurt. En zo nog meer mensen uit andere buurten. Ik kan ze bellen want ik kende ze al. Je beseft: ik sta op afstand hoe betrokken je ook wilt zijn, omdat ik niet in die buurt woon waar nood is en waar mensen het goed kunnen gebruiken.” 

Moderator: Hoe vind je die mensen?

“Goed kijken en parten en luisteren. Mensen leren kennen in de kerk. Soms willen mensen nieuwe dingen leren. En dan vraag je of ze nog meer mensen kennen.”

Een tip van Diaconie Noord als het gaat om participatie: kom nooit alleen, neem iemand mee.

Actieve bewoner Risma. “Ik doe activiteiten in de Banne om bewoners te betrekken. Mensen beklagen zich over hangjongeren maar zij weten niet wat de oorzaak is, maar ik weet dat wel. Bij mij in de Banne heb je een onderscheid tussen arme en rijke buurt. Ik heb activiteiten gedaan en iedereen persoonlijk uitgenodigd. Je moet met ze in gesprek gaan.”

Andere actieve bewoner, helpt met kinderactiviteiten. “Mensen praten eerder met Risma dan met gemeente, daar hebben ze altijd angst dat ze hun kinderen afnemen als ze niet genoeg eten hebben. Het is kleinschalig, 50 gezinnen. Als mensen hulp bij ons vinden vertellen ze het aan de buurvrouw en zo is ons netwerk uitgebreid. Zo zie je hoeveel gezinnen met problemen er zijn.”

Moderator: Heb je er iets bij nodig?

“Hulp van de echte voedselbank, we moeten samenwerken, we hebben hier niet voor gestudeerd maar we zijn gewon mensen die zien waar mensen tegenaan lopen.”

Deelnemer uit de zaal: “Corona morrelt aan het systeem. Als je al de moed verzamelt om naar de voedselbank te gaan, kom je op een wachtlijst. Door informele hulp tijdens de lockdown werd dat systeem omzeilt.”

Deelnemer: “Buurtbewoners moeten een rol krijgen in het wijkteam.”

Praat mee

Donderdag 17 september
Start 16.00 uur, einde 17.30 uur
Jungle Amsterdam

Sprekers

Christine Bleijenberg, Hogeschool Utrecht

Pascale Georgopoulou, VNG

Redouane Amine, Framer Framed

Jeanette de Waard, Diaconie Noord