a
Home 5 Stadsgesprekken 5 Een vuist tegen jeugdcriminaliteit

Twee procent van de Amsterdamse jongeren dreigt af te glijden naar de zware misdaad, aldus lector Jan-Dirk de Jong in Het Parool. Kenmerkend aan deze jongeren is een nare mix van aanwezige risicofactoren: huisgelijk geweld, schulden, verstandelijke beperkingen. Onder invloed van grof geld en drugs escaleren jongeren steeds vaker en sneller tot het plegen van ernstige (gewelds)misdrijven.

Tijdens dit Stadsgesprek bespraken we met elkaar hoe we een vuist tegen harde jeugdcriminaliteit kunnen maken.

Waar lopen buurtprofessionals tegenaan met deze moeilijk bereikbare jongeren? Wat hebben jongerenwerkers nodig zodat deze doelgroep niet in de harde criminaliteit terecht komt? Hoe moet de samenwerking van alle partners, zoals wijkagent, straatwerker, docent, gezinsvoogd en schuldhulpverlener, in de buurt eruit zien? Vertrouwen in elkaar als professional is daarbij essentieel.

We hadden een heel uitgebreid programma. Faouzi Bounnaanaa en Yahia Azzouzi (beiden Levvel) en Randell en Menny van de Credible Messengers vertelden vanuit hun dagelijkse praktijk op straat. Lector Jan-Dirk de Jong (Hogeschool Leiden) besprak zijn onderzoek naar de harde jeugdcriminaliteit. Tot slot gingen Robin de Bood (bestuurder perMens), stadsdeelbestuurder Lotte Terwel (Centrum) en Nadine Lodder (PM) dieper in op wat nodig is om welzijnsorganisaties beter te wapenen en beter samen te werken.

Maar we begonnen met de praktijk van de straat.

Credible messengers

Faouzi, Yahia Randell en Menny  werken als credible messengers met als doel om jongeren uit de criminaliteit te houden. Zij werken niet met de reguliere werktijden en hebben een groot netwerk. Hun ervaring maakt het ook anders. Zij kennen de verlangens van de jongens en de problematiek. “Het grote verschil is dat we makkelijker kan schakelen. Er zijn geen werktijden. Zodra we nodig zijn, zijn we er. We zetten creatieve middelen in zoals muziek, songteksten schrijven, sport en koken.”

De credible messengers gaan met de jongeren mee naar de politie en naar WPI. Ze zijn 6 weken bij een jongeren betrokken. Ook bieden zij langdurige begeleiding. Als het langer moet duren dan is dat zo.

Levvel is met IPA in de wijk als hulpverlener actief. Hun doelgroep is crimineel actief, zitten in de drugs, zijn betrokken bij inbraken en spijbelen. De problemen zijn aan het verschuiven. Jongeren worden op jongere leeftijd al crimineel actief. Het is nu zichtbaarder. Op de Oostelijke eilanden hebben zij een netwerk neergezet met hulpverleners, jongerenwerkers en anderen.

Wisselgeld is nodig om deze jongeren uit de criminaliteit te krijgen. Soms betalen ze een opleiding of ze regelen een stage. Het is van belang om de jongeren een toekomstperspectief  te  kunnen bieden: een carrière, een perspectief op hun eigen kunnen. Ze zetten in op het veranderen van de cultuur. “We zijn geen tovenaars. We moeten realistisch blijven.” Zij geven hun grenzen aan en doen het samen. “We moeten eerlijk zijn. Je moet altijd open blijven staan om hulp te kunnen verlenen. Het is aan ons de kunst om iedereen erbij te trekken. Jongeren die wij uit de criminaliteit hebben gekregen, die wilden eerst niks van de hulpverlening hebben. We moeten een voorbeeld stellen. Blijven zoeken naar mogelijkheden. Je moet ze wel bereiken. We moeten het samen doen. We moeten iedereen hulp en een beter perspectief bieden.”

Wat beter kan:

  • Geen wachtlijsten meer.
  • Korte lijnen.
  • Niet terugtrekken als het goed gaat.
  • Praat met de jongeren en niet over hen.
  • We moeten elkaar blijven vinden.
  • Niet meer als losse eilandjes opereren.

Twee procent – het lijstje van de jongeren om wie ons zorgen moeten maken                                        

Twee procent van de Amsterdamse jongeren dreigt af te glijden naar de zware misdaad. Jan Dirk de Jong doet als lector daar praktijkgericht onderzoek naar. “De jongeren zijn jonger en harder geworden. Er zijn meer wapens, drugscriminaliteit en geld. Dat moeten we serieus nemen.”

Jan Dirk wil het graag over de preventie hebben. Jongeren willen wat verdienen, een held zijn voor de buurt en van betekenis zijn. Die wens moet je serieus nemen, zegt hij.

Er is ook een grijs gebied, waar je af en toe even je tanden moet laten zien. Als je dat kan, dan kun je de groep bereiken. Dat heb je allemaal nodig. Het gaat over of we het jongerenwerk goed equiperen. Er is extra geld vanuit veiligheid, maar dat is voor overlast. Jan Dirk vindt dat we specifiek moeten zijn over de eisen voor die 2 procent jongeren, die dreigen af te glijden. Het gaat ook over hoeveel het kost. Het gaat om veel geld en over veiligheid. Maak de eisen specifiek, is zijn oproep. Jongerenwerkers worden zwaar overbelast.

Vaste gezichten

Stadsdeelbestuurder Lotte Terwel geeft aan dat je het moet hebben van vaste gezichten. Zij vindt dat we moeten blijven investeren in een goede basis, in de jongeren die nog niet afgegleden zijn. Zij vindt dat de gemeente een regiefunctie heeft. “We moeten vooral volhouden. Tegelijkertijd zijn we met het rijk in gesprek over de bezuinigingen in de jeugdzorg. Ik denk dat we in de samenwerking met het onderwijs nog veel kunnen verbeteren. We moeten blijven investeren in scholing en opleiding van de jongerenwerkers.”

Nadine Lodder van PM vertelt dat het ook gaat over hoe je als organisaties samenwerkt. Waar heb je elkaar nodig? Er is geen blauwdruk. Er zijn wel overeenkomstenin elke buurt, zoals interafhankelijkheid. Partijen hebben elkaar nodig. Bijvoorbeeld: de politie heeft ook het jongerenwerk nodig. Een ander aspect is het meervoudig kijken: er zijn verschillende oplossingen, leg de puzzelstukjes bij elkaar.

Robin de Bood vertelt dat er deskundigheid nodig is en samenwerking die inzet op veel plekken in de stad. In het gesprek met de burgemeester ging het erover dat er iets extra’s ontwikkeld moet worden voor de 2 procent. Voor die groep is het soms ingewikkeld. “We moeten onze werkers in positie brengen. De jongerenwerkers krijgen extra scholing, we moeten de krachten bundelen en backing organiseren. De politie moet aanwezig zijn als er een ingewikkelde situatie ontstaat. Ook wat betreft informatie-delen kunnen we stappen zetten. Bovenal moeten we het niet zien als concurrentie.”

Daarmee sloten we dit stadsgesprek af. Het volgende stadsgesprek is op 30 maart over het belang van community building.

 

 

Praat mee

Donderdag 23 februari 2023

Start 16.00 uur, einde 17.30 uur

Jungle Amsterdam in Amsterdam-Oost, Tweede van Swindenstraat 26

SPREKERS

Lector Aanpak Jeugdcriminaliteit bij Hogeschool Leiden Jan-Dirk de Jong

Stadsdeelbestuurder Amsterdam-Centrum Lotte Terwel

Robin de Bood, directeur-bestuurder perMens

Martien Kuitenbrouwer (PM)

Faouzi Bounnaanaa en Yahia Azzouzi (Levvel)