a
Home 5 Stadsgesprekken 5 Stadsgesprek Betalen is bepalen

STADSGESPREK betalen is bepalen

Dinsdag 26 mei kwam KNA online samen voor het Stadsgesprek over de geldstromen achter bewonersinitiatieven. Moderator Rindert de Groot legt uit dat we het gesprek 3 rondes houden:
1 wie betaalt, die bepaalt: zijn er te veel regels en wordt er te veel van boven bepaald?
2 inclusie
3 bestendigen

De sprekers stellen zich voor

Eefke van Nuenen, oprichter van Stichting Mensen maken Amsterdam

De stichting ondersteunt buurtfondsen in 6 stadsdelen. De fondsen worden uitgegeven door bewoners. Bureninitiatieven kunnen een aanvraag doen, de besluitvorming ligt in handen van bewoners. Stichting helpt ook met geldwerven, communicatie.

Het is vooral interessant voor kleine organisaties die snel geld nodig hebben, zoals de Noordkrant (een krant over hoe het is om kind te zijn in coronatijd), die er bij grote fondsen niet zo snel doorheen komen.

Lieke Thesingh, Tugela85

Tugela85 is een broedplaats met zo’n 16 kunstenaars. Kunstenaars zetten een productie op in de wijk. Allemaal verbonden met de buurt. Kunstenaars verdienen hun eigen geld. Met de gemeente is afgesproken dat gemeente bijdrage levert aan een publieke zaal, de blauwe zaal, met publieke activiteiten, daar kregen we subsidie voor. 2020 is laatste jaar. Iedereen draagt beetje bij. Kunstenaars betalen iets lagere huur dan in andere broedplaatsen.

Anita Groenink, MidWest

Werkplaats en speelplek voor lokale doeners. Bedoeling is om enerzijds een monumentaal schoolgebouw toegankelijk te houden voor de buurt. En om anderzijds een plek te geven aan buurtbewoners die de buurt leuker, liever, groener en leefbaarder te maken. Als stichting besloten gebouw te kopen. Er was een samenwerking met de gemeente om het pand voor gunstige voorwaarden te krijgen. Omdat de mensen veel waarden toevoegen aan de stad. Juist die mensen (die waarde toevoegen) hebben weinig grip op het beleid. Wij willen al die mensen die waarde toevoegen, eigenaarschap geven. Daarom wilden we het pand gunstig kopen. 

Hettie Politiek, gemeente Amsterdam

De gemeente heeft de neiging niet altijd grote lijnen te willen trekken. Je ziet dat gemeente altijd worstelt met of ze eigenaarschap kunnen overdragen, als het niet gewoon om een beetje subsidie gaat. In het klassieke repertoire heeft de gemeente een lange traditie. We proberen wel te experimenteren met vastgoed, wijkondernemingen, zelfbeheer, maar echt beklijven in het gemeentelijke systeem  doet het toch moeilijk.

Zijn er niet veel te veel regels als het gaat om geld voor nuttige dingen?

Zoals formulieren, vereisten aan de vorm (een project mag of moet een bepaalde duur hebben, het moet altijd een project zijn) en thematische eisen.

Lieke: Het gaat ook vaak om ruimte geven, niet altijd alleen om regels. Ik denk dat er veel is weggegooid van wat er was opgebouwd. Elk nieuw college is weer anders. En dan heb je weer andere manieren van geldverstrekken.

De gemeente experimenteert weliswaar, maar wij zijn al lang bezig, wij hoeven niet meer te experimenteren. Tugela als zodanig heeft zichzelf al op de kaart gezet. Voor kleine bedragen is het wel gemakkelijk om geld te krijgen maar om verder te komen is het lastig.

Hettie: De gemeente vindt het moeilijk dit soort initiatieven te waarderen in een duurzaam beleidssysteem. Zodra je heel succesvol bent, ben je voorbij experimenteerfase en dan ontstaat er beweging waarvan ambtenaren niet weten waar het in past. Je moet ergens een vinkje krijgen.

Deelnemer: Omdat ambtenaren sectoraal denken, ontstaat niet de ruimte die burgers nodig hebben om samen te organiseren. De gemeente vindt het moeilijk de regie over te dragen. Op co-creatie plekken toch proberen regie te delen. Maak er een estafette van, de ene keer is het ene project aan de beurt, de andere keer het andere.

Hoe bereik je mensen die geen plan kunnen schrijven? 

Eefke: wij zijn daar mooi voorbeeld zijn. Met z’n allen werven en verdelen. Gaat wel om kleinschalige initiatieven. Het is wel zo dat je met kleinschalige initiatieven en met verschillende mensen ook verschillende projecten aantrekt. Juist voor toegankelijkheid is het belangrijk dat je met verschillende mensen bent. 

Uitdaging van de gemeente, probeer je inclusiviteit tot in de haarvaten te laten doorsijpelen of zet je grote lijnen uit?

Hettie: je kunt ook als grote lijn hebben dat je inclusief wilt zijn. Als je publiek geld te besteden hebt, met Eigenaarschap is meer dan geld, het werkt alleen als de georganiseerde en niet-georganiseerde bewoners meedenken over proces van verdeling. Er zit een eigen hygiëne op inclusiviteit als ze zelf over verdelingsspelregels nadenken. 

Besluitvormingsproces van wie krijgt het geld is net zo belangrijk als wat doe je ermee.

Deelnemer: in de binnenring mis je de intensieve samenwerking tussen yuppen en zwakke bewoners, iets wat je wel ziet in de Transvaal- en Indische buurt.

Eefke: verschilt erg waar je je toe richt als initiatief als je financiering wilt. Groepen met elkaar verbinden, daar zou je beleidsmatig over na kunnen denken, dat is een sibsidiedoelstelling. 

Er wordt vaak nagedacht over één financierder, namelijk de gemeente, maar er zijn veel meer financierders. Al je het breder zoekt, heb je als initiatiefnemer meer poten om op te staan. Initiatiefnemers zelf willen kunnen bepalen of ze gaan verbinden of nieuwe mensen willen bereiken. 

Deelnemer: het gaat er echt om of het je eigen ding is. Omdat we het beleidsmatig zo hebben opgesplitst, budgetten die beschikbaar komen zijn alleen voor de meest kwetsbaren, zoals schuldhulpverlening, maar het algemene welzijn dat staat onder druk. Als mensen elkaar niet meer ontmoeten en elkaar niet meer spreken ontstaat niet het gezamenlijke. We moeten meer vertrouwen hebben in de bewoner. 

Anita: voor mij geldt dat helemaal niet. Wij hadden al snel bedacht dat als we alleen maar zouden varen op wat we zouden krijgen, zou dat veel te kwetsbaar zijn. We wilden het ondernemend doen en risico lopen. En daarbij wil je gecalculeerd risico lopen, dus bedreigingen en kansen spreiden. Voor de aankoop van het gebouw en het achterstallig onderhoud hebben we anderhalf miljoen geleend bij privé-investeerders en een half miljoen bij fondsen. Belangrijk om risico’s te spreiden. Voor kleine activiteiten vragen we subsidie aan. Buurtbewoners die wind mee hebben of die wind tegen hebben helpen wij vaak met goedkope of gratis plek en met advies waar ze budget kunnen krijgen. 

Lieke: Wat ik mis is erkenning en waardering van de gemeente om ons werk voort te willen zetten. Collectieve geheugen is weg, nu moet ik ambtenaren herinneren waarom we dit doen. De gemeente geeft kleine bedragen waardoor dingen kunnen opbloeien. Daarna faciliteren we dat. Als platform worden we zeer gewaardeerd. Dat moetje als overheid belangrijk vinden. 

Hettie: erkenning hangt samen met zoektocht naar institutionalisering. Je zit altijd in concurrentie met reguliere welzijnsorganisaties. De gemeente heeft niet altijd de taal om een initiatief te erkennen. Dat iets van mensen zelf kan zijn, zit minder in die reguliere organisaties die wel erkend worden. Het buurthuis staat niet ter discussie maar een broedplaats of een MidWest… Het zit nog niet in het dna van ambtenaren om te weten wat dat is. Steeds een nieuwe taal vinden om daar erkenning voor te krijgen. 

Deelnemer: wij maken een connectie tussen bedrijven en maatschappelijke organisaties die normaal subsidie zouden aanvragen. We hebben hen uitgedaagd om concreet te maken wat ze nodig hebben, dus niet geld maar een trainer of bepaald aantal stoelen, etc. Ze kijken of ze dat bij een bedrijf kunnen vinden. Hoe meer je kunt uitdrukken in spullen of kennis hoe minder budget je nodig hebt. Zo leg je een duurzame connectie met die bedrijven. Als je goede relatie hebt met bedrijf kun je jarenlang met elkaar door, want je bent niet afhankelijk van bestuurswisseling. 

Met notaris erbij maken we afspraken wat bedrijf gaat doen en welke tegenprestatie de organisatie zou doen.

Rindert: Heilzaam om soms het geld er tussenuit te halen, want dat creëert patronen van afhankelijkheid en het nog een keer willen. Deze samenwerkingen zijn niet van geldstromen afhankelijk.

Is Amsterdam vreselijk institutioneel?

Hettie: Ja, we organiseren belangen via klassieke manieren en netwerken. Het is toch heel verfrissend als je zonder de gemeente zou kunnen. In andere Europese steden zie je dat meer.

Verhinderen instituten de bestendiging van initiatieven?

Hettie: bestendigen is wat de gemeente moeilijk kan. Overheid heeft er behoefte aan om te weten wat iemand gaat doen en daar een beetje geld voor te geven. Het is ook verslavend. Het kan de creativiteit uit de organisatie halen.

In coronacrisis geeft de overheid miljarden uit. Terwijl we juist inventief en creatief moeten zijn om uit crisis te komen? Hoe gaan we dat dan doen?

Eefke: Na corona komt het nog meer neer op deels zorgen voor een basis. Het is fijn dat de gemeente je opneemt in hun structurele financiering, maar als je duurzaam initiatief wil opstarten moet je dat mixen. Erkenning kan nooit de volledige basis zijn voor je bestaan. Je wordt gewist uit een geheugen. Of bedrijven stoppen ook een keer met folders drukken.

Zou je ten behoeve van bestendiging of uit gevoel van eerlijkheid initiatiefnemers wat vaker kunnen betalen?

Anita: toen we begonnen met MidWest hebben we een haalbaarheidsstudie gedaan of we het gebouw kunnen inzetten voor leefbaarheid, sociale cohesie, etc. We hebben een plan geschreven. Er is vanuit wijkaanpak budget vrijgemaakt zodat wij als buurtbewoners dat onderzoek konden doen. Daarvan moesten we experts inhuren en zelf onderzoek doen. We konden een plukje aan uren daaruit betalen. Ik vind dat goede deal naar initiatiefnemers toe, je krijgt erkenning. Je voegt waarde toe en daar betaalt iemand voor. Vervolgens zijn andere initiatieven met dat onderzoek verder gegaan dus anderen hebben er ook iets aan. Ik zou niet zo snel het woord ‘betalen’ gebruiken. Je legt een opdracht neer bij mensen uit het veld.

Lieke: betalen is een goed idee. Je krijgt activiteitengeld en daar mag je geen mensen van betalen. Die activiteiten komen er toch wel. 

Gemeente heeft een moeilijke rol met politieke doelen en een bak geld te verdelen en weet soms niet weet hoe. Een echte bestendige club zorgt ervoor niet 100 procent afhankelijk te zijn van dat geld.

Praat mee

Dinsdag 26 mei
Start 16.00 uur, einde 17.30 uur
Online

Sprekers

Eefke van Nuenen, Mensen Maken Amsterdam

Lieke Thesingh, Tugela85

Anita Groenink, MidWest